Laatst vroeg een ondernemer mij om advies. In zes jaar tijd kreeg hij vier keer zijn facturen niet betaald. Een flinke strop, want iedere keer ging hij voor zo'n vijfduizend euro het schip in. En de oorzaak was steeds dezelfde: het faillissement van een opdrachtgever. Vervelend, want hij werkte maar voor een paar opdrachtgevers en was dus erg afhankelijk van hun betalingen. De tips die ik hem gaf, deel ik ook graag met jou.
Zzp'ers zijn vaak de dupe bij een faillissement
Het is goed om te weten dat een curator bij een faillissement een vaste betalingsvolgorde aanhoudt:
- Allereerst krijgen 'preferente' crediteuren hun geld. Dit zijn bijvoorbeeld de Belastingdienst en het UWV Werkbedrijf.
- Daarna ontvangen de medewerkers van het failliete bedrijf hun achterstallig loon.
- Vervolgens krijgen crediteuren met een eigendomsvoorbehoud hun goederen terug. Deze leveranciers namen in hun voorwaarden op dat geleverde goederen hun eigendom blijven totdat ze volledig zijn betaald.
- Dan verrekent de curator de boedelschulden. Dit zijn kosten die gemaakt worden om het faillissement af te wikkelen.
- Als laatste betaalt de curator de ‘gewone’ schuldeisers, daar hoor jij als zzp’er bij.
In de praktijk is er dan niet veel meer over om te verdelen… Geen overbodige luxe dus om zelf dit risico te minimaliseren! Wat kun je doen?
1. Neem het eigendomsvoorbehoud op in je voorwaarden
Zolang je opdrachtgever niet volledig heeft betaald, blijven de geleverde producten van jou. En kun je je spullen terughalen als je klant niet betaalt. Deze regel geldt ook als je opdrachtgever failliet gaat. Als je diensten levert, is deze maatregel niet toepasbaar.
2. Let op de signalen en grijp op tijd in
Een faillissement van een opdrachtgever komt meestal niet uit de lucht vallen. Als je signalen op tijd herkent, kun je ingrijpen. Valt het je op dat:
- de betalingen laat of onregelmatig zijn?
- er veel verloop is bij het personeel?
- er sterke wisselingen zijn in de omvang en frequentie van bestellingen?
Ga dan het gesprek aan met je opdrachtgever. Maak duidelijke betalingsafspraken. Houdt je opdrachtgever zich daar niet aan? Lever dan alleen nog spullen als de eigenaar of directeur van het bedrijf schriftelijk bevestigt dat hij borg staat voor de betaling. Anders stop je met leveren. Zo voorkom je dat je voor een groot bedrag gedupeerd wordt.
3. Verklein met deelfacturen je incassorisico
Duurt je opdracht langer dan een paar maanden? Spreek dan met je opdrachtgever af dat je iedere maand een factuur stuurt. Wijs je klant daarbij wel op de consequenties: je werkt alleen verder als hij je factuur betaalt. Leg deze afspraak duidelijk vast in je algemene voorwaarden.
4. Laat je vordering niet oplopen
Houd je administratie goed bij. Voorkom dat je meerdere deelfacturen open hebt staan. Zodra de betalingstermijn verstrijkt, bel je met je opdrachtgever. Vage antwoorden als ‘Volgens mij is het bedrag net overgemaakt’ of 'Wij wachten zelf ook nog op betaling van een grote klant' zijn helaas vaak smoesjes. Trap daar niet in. Vraag door en maak duidelijke afspraken. En leg daadwerkelijk je werkzaamheden neer als je niet betaald krijgt.
5. Licht de Belastingdienst in
Als je facturen niet of maar gedeeltelijk betaald worden doordat je opdrachtgever failliet is, dan hoef je over het niet-betaalde bedrag geen inkomstenbelasting of omzetbelasting (btw) te betalen. Dit moet je bij je aangifte wel zelf melden bij de Belastingdienst.
6. Controleer van tevoren de kredietwaardigheid van je opdrachtgever
Ik merk dat veel ondernemers het lastig vinden om de kredietwaardigheid van hun klanten te checken. Dat vinden ze gedoe of ze zien het als een motie van wantrouwen. En als ze de kredietwaardigheid al checken, doen ze dat alleen van nieuwe klanten. Niet van bestaande klanten. Terwijl zeker tegenwoordig het tij ook bij bestaande klanten ineens kan keren. Je checkt de kredietwaardigheid van je opdrachtgever door zijn jaarrekening op te vragen via de Kamer van Koophandel. Weet je niet goed hoe je een jaarrekening moet lezen? Vraag dan je accountant om uitleg.
TIP: Sluit een rechtsbijstandverzekering af zodat juridisch touwtrekken jou financieel niet uitkleed.