Fiscale hulp?
Heb je vragen als:
- Welke kosten zijn aftrekbaar?
- Hoe betaal ik zo min mogelijk belasting?
Ikwordzzper.nl praat je bij. Deze week:
Ruim een derde van de zelfstandigen in Nederland is financieel gezond. Dit is een forse verbetering ten opzichte van 2022, toen dit nog voor 27% van de ondernemers gold. “Het beeld van de kwetsbare zelfstandige wordt daarmee niet bevestigd”, schrijft Deloitte in de derde editie van het onderzoek Financiële gezondheid. Volgens Deloitte is de financiële gezondheid van zelfstandigen gemiddeld beter dan van werknemers in loondienst, maar zijn ze wel kwetsbaar op het gebied van een voorspelbaar inkomen en een financiële buffer bij arbeidsongeschiktheid of overlijden.
Deloitte heeft in samenwerking met het Nibud, Tilburg University en de Universiteit van Leiden onderzoek gedaan onder ruim 5.000 Nederlandse huishoudens. In het rapport wordt onderscheid gemaakt tussen vier gezondheidsniveaus: financieel gezonde, toereikende, kwetsbare en ongezonde huishoudens.
Het is niet verbazingwekkend dat zelfstandigen minder goed hun inkomen kunnen voorspellen dan werknemers (16% om 9%). Daarnaast is twee op de tien ondernemers onzeker over een buffer bij een heftige gebeurtenis als arbeidsongeschiktheid of overlijden. Van de ondervraagden weet 3% zeker dat zij bij arbeidsongeschiktheid niet meer kunnen rondkomen. Deloitte stelt dat het verplicht stellen van een arbeidsongeschiktheidsverzekering voor zelfstandigen sterk bijdraagt aan bescherming bij ziekte en arbeidsongeschiktheid. “Of deze verplichting ook werkelijkheid wordt, moet nog blijken”, aldus Deloitte.
Lees ook het artikel: Wat zijn je pensioenmogelijkheden als zzp’er?
Opvallend is dat maar liefst 85% van de zelfstandigen een of meer voorzieningen heeft getroffen voor het pensioen. Uit deze groep weet 21% dat het inkomen onvoldoende zal zijn. Zij ondernemen actie om het pensioen aan te vullen. Circa één op de tien geeft aan niet met het pensioen bezig te zijn. Een zelfde percentage heeft de behoefte om inzicht te krijgen in het inkomen na de pensioendatum, maar vindt het lastig om hierachter te komen.
Bron: Verbond van Verzekeraars
In het eerste kwartaal van dit jaar zijn 2.122 horecabedrijven met hun onderneming gestopt. Bijna de helft van de stoppers is zzp’er: 1.028 in aantal. Dit meldt de Kamer van Koophandel in een rapport over de dynamiek van het Nederlandse bedrijfsleven. Volgens de KvK bevinden zich onder de afhakende zzp’ers honderden die zich de afgelopen jaren als kleine zelfstandige hebben verhuurd aan horecabedrijven die met personeelstekorten kampten.
Deze zelfstandige inhuurkrachten schreven zich eerder in onder de noemer horecabedrijf. Daarnaast zijn er zzp’ers gestopt die lokaal op bescheiden basis actief waren in bijvoorbeeld maaltijdbereiding en maaltijdbezorging.
De KvK vindt het aantal stoppende horecabedrijven relatief hoog (bijna 5%), maar dit percentage ligt daarentegen een stuk lager dan in branches als de zakelijke dienstverlening (-26%), detailhandel (-15%) en bouw (-11%). Over het hele jaar 2022 lag het aantal stoppers in de horeca op 6.261. In 2023 waren het er 7.209, een groei van ongeveer 15%. Op 1 januari 2024 stonden er volgens de KvK bijna 94.000 horecabedrijven ingeschreven in het Handelsregister, inclusief de kleine zelfstandige inhuurkrachten.
Bron: Frituurwereld.nl
Heb je vragen als:
De Belastingdienst is een onderzoek gestart naar hoe praktijkhouders (als huisartsen en tandartsen) samenwerken met zzp’ers. Belastingambtenaren bezoeken de praktijken waar zzp’ers actief zijn. Het onderzoek geldt als voorbereiding op het voornemen van de rijksoverheid om de Wet deregulering beoordeling arbeidsrelaties (DBA) – die schijnzelfstandigheid moet tegengaan – per 1 januari 2025 te gaan handhaven.
Lees ook het artikel: Wat kun je doen om schijnzelfstandigheid te voorkomen als zzp'er?
In het ene geval wordt het bezoek van de Belastingdienst vooraf aangekondigd, in andere gevallen krijgen de praktijken vooraf een vragenlijst opgestuurd. Het onderzoek is onderdeel van het zogenaamde 'handhavingsplan arbeidsrelaties 2024' van de fiscus. Het betreft niet alleen de mondzorg, maar alle organisaties waar opdrachtgevers en zelfstandigen zonder personeel met elkaar samenwerken.
Ook deze week keurde het Europees Parlement de nieuwe regels goed om de arbeidsomstandigheden van platformmedewerkers te verbeteren en schijnzelfstandigheid te corrigeren. Hier was in februari dit jaar al overeenstemming over bereikt, maar nu is dit met een formele stemming bekrachtigd. Er waren 554 stemmen voor, 56 stemmen tegen en 24 onthoudingen.
De nieuwe wet introduceert een vermoeden van een arbeidsverhouding dat in gang wordt gezet als er volgens de nationale wetgeving en collectieve overeenkomsten feiten zijn die erop wijzen dat er sprake is van controle en richting. De bewijslast ligt bij het platform, dat betekent dat het aan het platform is om te bewijzen dat er geen arbeidsrelatie is en de persoon een echte zzp’er is.
Bronnen: KNMT en Europees Parlement
De helft van de Nederlandse ondernemers (49%) vindt dat het op dit moment (zeer) goed gaat met de Nederlandse economie. Driekwart denkt dat de economie de komende twaalf maanden verbetert of in ieder geval gelijk blijft. Tegelijkertijd is naar de mening van ruim de helft van de ondernemers (56%) het ondernemersklimaat in Nederland de afgelopen vijf jaar verslechterd.
Dit blijkt uit een representatieve peiling in het I&O Ondernemerspanel onder 1.506 ondernemers. De uitkomsten van maart 2024 geven een positiever beeld dan de laatste peiling van oktober 2023. Slechts 13% van de ondervraagde ondernemers vindt dat het momenteel (zeer) slecht gaat met de economie.
De helft van de ondernemers geeft – op een schaal van 1 tot 10 – het huidige ondernemersklimaat in Nederland een 6 of een 7. Gemiddeld krijgt het ondernemersklimaat een 6,2. Zzp’ers geven het ondernemersklimaat gemiddeld een 6,4, terwijl ondernemers met personeel het ondernemersklimaat gemiddeld een 5,7 geven.
Van de groep ondernemers die een verslechtering van het ondernemersklimaat ervaren, ziet twee derde deel wel voor het eigen bedrijf toekomst in Nederland. Vier op de tien ondernemers vinden Nederland een aantrekkelijk land om te ondernemen. Een op de tien ziet juist geen toekomst in Nederland en overweegt om met (een deel van) het bedrijf uit Nederland te vertrekken. Dit zijn duidelijk vaker ondernemers met personeel dan zzp’ers en over het algemeen ondernemers die de huidige staat van de economie als (zeer) slecht beoordelen. Er zijn geen duidelijke verschillen tussen sectoren.
Bron: Ipsos I&O
De laatste tijd worden zzp’ers in de zorg veelvuldig neergezet als het probleem in de zorg. Zo kwam deze week in het nieuws dat leidinggevenden in de zorgsector het grote aantal zzp’ers een belemmering vinden voor vaste medewerkers om te leren en ontwikkelen binnen de zorgorganisatie. SoloPartners, de brancheorganisatie voor zzp’ers in de zorg, vindt dit stemmingmakerij. “Hoort de zzp’er niet in de zorg? Of is dat de lakse bestuurder?”
Volgens SoloPartners zijn zzp’ers en bemiddelingsbureaus een gemakkelijk en aantrekkelijk doelwit voor onkundige bestuurders, die de problemen buiten de eigen organisatie zoeken en niet zelf op zoek gaan naar een oplossing. De brancheorganisatie voor zorgzelfstandigen vindt dat leidinggevenden werk moeten maken van goed personeelsbeleid om de uitstroom van vaste medewerkers tegen te gaan. En aan de slag moeten met het ontwikkelingen van strategisch PNIL-beleid, ofwel personeel dat niet in loondienst is. “Het is een illusie te denken dat zzp’ers met drang en dwang terug te bewegen zijn naar loondienst.”
Zonder zzp’ers is de zorg niet meer uitvoerbaar, stelt SoloPartners. “Denk of verwacht je als bestuurder serieus dat het overgrote deel van de zzp’ers uiteindelijk wel weer terugkeert in loondienst? En besteed je om die reden weinig of geen tijd aan een eigentijds personeels- en PNIL-beleid? Misschien is het dan niet de zzp’er die niet thuishoort in de zorg, maar ben jij dat.”
De Belastingdienst heeft van de Tweede Kamer de opdracht gekregen om vanaf 1 januari 2025 te gaan handhaven op schijnzelfstandigheid. “Als zorgorganisatie moet je dus gaan nadenken over een gedegen beleid om de ‘goede’ zzp’ers in je organisatie te krijgen. Daarnaast moet je gaan bekijken welke aanpassingen in de uitvoering nodig zijn om schijnzelfstandigheid te voorkomen.” Ofwel beleid maken, aldus SoloPartners.
Bronnen: SoloPartners en ZorgKrant.nl
Bemiddelingsbureaus drijven de prijs op van inhuur van zzp’ers op scholen. Deze bureaus brengen 21% btw in rekening, die de scholen niet kunnen verrekenen omdat zij vrijgesteld zijn van btw. Daarnaast hanteren de bureaus een marge die varieert van 15% tot 46%. Een ingehuurde docent via een extern bureau is hierdoor bijna twee keer zo duur als een docent in loondienst.
De Algemene Rekenkamer heeft becijferd dat een leraar in vaste dienst in een veelvoorkomende loonschaal € 58 per uur kost, waar scholen voor een gedetacheerde docent op hetzelfde niveau € 113 per uur moet afrekenen. Dit komt vrijwel volledig door de marge van het bemiddelingsbureau en de btw-heffing. In de kern is het basisloon van de zzp’er vrijwel gelijk aan dat van de docent in loondienst.
Middelbare scholen maken door het lerarentekort steeds vaker gebruik van zzp-docenten. Het is niet de enige reden. Scholen huren ook bewust zzp’ers in, omdat ze dan niet aan een vast contract vastzitten en ze de zelfstandige kunnen afzeggen als deze niet meer nodig is. Bijvoorbeeld bij vervanging van een zieke docent, of als er geen budgettaire ruimte is om een nieuwe docent aan te nemen.
Van de totale uitgaven van scholen aan personeel, wordt gemiddeld 4,4% besteed aan de inhuur van externen. Dat is een verdubbeling vergeleken met tien jaar geleden. Bij ongeveer de helft van de ingehuurde krachten gaat het om docenten. De andere helft is ondersteunend personeel, zoals IT-personeel. Een opvallende bevinding van het onderzoek is dat scholen nauwelijks onderhandelen met de externe bureaus over de prijs voor een docent. Ze accepteren de opgegeven prijs vrijwel direct, omdat de scholen het inzetten van een docent voor de klas belangrijker vinden dan de kosten.
Heb je vragen als: wat zijn mijn risico's, ben ik schijnzelfstandig of: wat gebeurt er nu de handhaving van de wet (opnieuw) wordt opgepakt?
De helpdesk van Het Ondernemerscollectief staat voor jou en je vragen klaar.
Het registreren is niet gelukt. Waarschijnlijk ben je al geregistreerd met dit e-mailadres.
Donderdag 12 december | 16.00 uur
Duik samen met Martijn in de wet DBA/VBAR en ga goed voorbereid 2025 in! Alvast een geruststelling: er verandert niet zo heel veel vanaf 1 januari, dit wordt uitgebreid toegelicht tijdens het webinar. Maar vertel dat maar eens aan jouw opdrachtgever!