4 min
-
- Laatste update:
- Plaatsingsdatum:
Raad van State kraakt voorstel Basisverzekering Arbeidsongeschiktheid voor Zelfstandigen (BAZ)
De Afdeling advisering van de Raad van State heeft forse kritiek geuit op het wetsvoorstel voor een basisverzekering tegen arbeidsongeschiktheid voor zelfstandigen.
In een advies dat op 10 december 2025 is vastgesteld en op 15 december is gepubliceerd, concludeert de Raad van State dat het voorstel in de huidige vorm niet of nauwelijks uitvoerbaar is. De regering krijgt het dringende advies het wetsvoorstel niet bij de Tweede Kamer in te dienen, tenzij het ingrijpend wordt aangepast.
Bescherming zelfstandigen en gelijk speelveld
Het wetsvoorstel beoogt een verplichte basisverzekering tegen arbeidsongeschiktheid voor zelfstandigen te introduceren. Daarmee wil het kabinet twee belangrijke doelen bereiken. Allereerst moet het zelfstandigen beter beschermen tegen inkomensverlies bij langdurige ziekte of arbeidsongeschiktheid.
Daarnaast is het voorstel bedoeld om te zorgen voor een gelijker speelveld tussen werknemers en zelfstandigen, zodat verschillen in sociale bescherming niet langer leiden tot oneerlijke concurrentie op arbeidsvoorwaarden.
Geschreven door:
De Afdeling advisering onderschrijft deze doelstellingen. Volgens de Raad van State is het “belangrijk en noodzakelijk” dat zelfstandigen beter worden beschermd tegen het risico van arbeidsongeschiktheid. Ook het streven naar een gelijker speelveld tussen verschillende groepen werkenden wordt als legitiem en wenselijk aangemerkt. Daarmee kan worden voorkomen dat werkgevers of opdrachtgevers constructies kiezen die vooral zijn ingegeven door lagere sociale lasten.
Apart stelsel naast de WIA
In het wetsvoorstel wordt gekozen voor een eigen verzekeringsstelsel voor zelfstandigen, dat los staat van de bestaande Wet werk en inkomen naar arbeidsvermogen (WIA) voor werknemers. Zelfstandigen zouden in beginsel automatisch verzekerd zijn via een publieke basisverzekering, maar krijgen ook de mogelijkheid om zich via een private verzekering te verzekeren en zo gebruik te maken van een zogenoemde opt-out. De concrete vormgeving van de basisverzekering is grotendeels gebaseerd op een eerder advies van sociale partners.
Juist deze opzet leidt volgens de Raad van State tot grote problemen. Door een afzonderlijk stelsel naast de WIA te creëren, wordt het stelsel van sociale zekerheid nog complexer. Die complexiteit wordt verder vergroot door de mogelijkheid van een opt-out, waardoor meerdere regelingen naast elkaar blijven bestaan.
Uitvoeringsproblemen bij UWV en Belastingdienst
De Afdeling advisering waarschuwt nadrukkelijk voor de uitvoerbaarheid van het voorstel. Zowel het UWV als de Belastingdienst zouden een belangrijke rol krijgen bij de uitvoering van de basisverzekering, terwijl beide organisaties nu al kampen met aanzienlijke capaciteits- en uitvoeringsproblemen.
Voor de Belastingdienst geldt dat het wetsvoorstel slechts onder voorwaarden uitvoerbaar is, en dan bovendien pas vanaf 2030. Dat betekent dat andere noodzakelijke wijzigingen in de inkomstenbelasting voor lange tijd niet mogelijk zouden zijn. Volgens de Raad van State is dat een zwaarwegend bezwaar.
Ook bij het UWV stapelen de problemen zich op. De uitvoering van de basisverzekering zou extra sociaal-medische beoordelingen vereisen, terwijl er binnen de WIA nu al grote achterstanden bestaan. Die achterstanden zullen naar verwachting verder oplopen. De Raad van State waarschuwt dat dit niet alleen de uitvoering van de WIA verder onder druk zet, maar ook de uitvoerbaarheid van de nieuwe basisverzekering ernstig in gevaar brengt.
Beperkte meerwaarde voor zelfstandigen
Naast de uitvoeringsproblemen plaatst de Raad van State vraagtekens bij de effectiviteit van het voorstel. Door de gekozen vormgeving worden de beoogde doelen volgens de Afdeling slechts gedeeltelijk bereikt. Zo voorziet de basisverzekering in een relatief lage uitkering en geldt er een wachttijd van twee jaar voordat zelfstandigen aanspraak kunnen maken op een uitkering.
Die combinatie maakt dat de verzekering maar in beperkte mate bijdraagt aan een adequate inkomensvoorziening bij arbeidsongeschiktheid. Bovendien blijven de verschillen in bescherming tussen werknemers en zelfstandigen groot, waardoor het doel van een gelijker speelveld slechts deels wordt gerealiseerd.
Eerst WIA vereenvoudigen
De kern van het advies is dat de regering eerst moet zorgen voor een fundamentele aanpak van de bestaande problemen in de sociale zekerheid, met name binnen de WIA. De Raad van State pleit voor een sterke vereenvoudiging van de WIA op korte termijn. Pas wanneer die problemen zijn aangepakt, kan volgens de Afdeling serieus worden gekeken naar de invoering van een basisverzekering voor zelfstandigen.
De Raad adviseert daarom het wetsvoorstel opnieuw te bezien, bij voorkeur in samenhang met of volgend op een noodzakelijke herziening van de WIA. Een integrale benadering van beide trajecten ligt daarbij volgens de Afdeling het meest voor de hand.
Duidelijke waarschuwing aan kabinet
Met haar conclusie is de Raad van State ongebruikelijk scherp. Het advies aan de regering luidt om het wetsvoorstel in de huidige vorm niet in te dienen bij de Tweede Kamer. Alleen als het voorstel substantieel wordt aangepast en de uitvoeringsproblemen aantoonbaar zijn opgelost, ziet de Afdeling ruimte voor verdere behandeling.
Het advies zet daarmee een belangrijke rem op een van de grote hervormingsplannen op het gebied van sociale zekerheid voor zelfstandigen. Het is nu aan het kabinet om te bepalen of het het voorstel ingrijpend herziet, of eerst inzet op vereenvoudiging van het bestaande stelsel voordat nieuwe verplichtingen voor zelfstandigen worden ingevoerd.