#ZZPUpdate week 38: Prinsjesdag 2025: wat verandert er voor zzp’ers, wetsvoorstel verplichte AOV naar Raad van State en zzp’ers nauwelijks in beeld bij debat kabinetsplannen

Prinsjesdag 2025: wat verandert er voor zzp’ers?

Op Prinsjesdag presenteerde het demissionaire kabinet de Miljoenennota 2026. Grote verrassingen bleven uit, maar er staan wel maatregelen in die zzp’ers raken. Zo wordt de zelfstandigenaftrek verder afgebouwd: van €2.470 in 2025 naar €1.200 in 2026 en uiteindelijk €900 in 2027. De startersaftrek blijft wel op €2.123. Ook wordt gewerkt aan nieuwe regels tegen schijnzelfstandigheid via de Wet VBAR, al ligt er ook een alternatief in de vorm van de Zelfstandigenwet. Daarnaast is er een wetsvoorstel ingediend voor een verplichte arbeidsongeschiktheidsverzekering, waarbij de wachttijd voor een uitkering verlengd wordt naar twee jaar.

Verder zijn er plannen die de bredere arbeidsmarkt beïnvloeden. Zo komt er een toelatingsstelsel voor uitzendbureaus en onderzoekt het kabinet een sectoraal uitzendverbod bij hardnekkige misstanden. Ook gaat het minimumjeugdloon vanaf 1 januari 2027 fors omhoog en worden regels rondom kennismigranten aangescherpt. Nederlanders zouden volgende jaar meer te besteden hebben doordat werken meer gaat lonen. De koopkrachteffecten verschillen sterk per situatie: een alleenstaande zzp’er met €35.000 inkomen gaat er volgens Nibud zo’n €31 per maand op achteruit, terwijl iemand met €50.000 inkomen juist €6 per maand vooruitgaat.

Bron: ZiPconomy

Wetsvoorstel verplichte AOV voor zzp’ers naar Raad van State

Afgelopen vrijdag stond het in vrijwel alle media: het kabinet heeft het wetsvoorstel voor de Basisverzekering Arbeidsongeschiktheid Zelfstandigen (BAZ) naar de Raad van State gestuurd. De verzekering moet een vangnet bieden voor de ruim 1,2 miljoen zzp’ers, van wie drie kwart nu onverzekerd is. In het voorstel worden alle zelfstandigen tot de AOW-leeftijd verplicht verzekerd via het UWV, met recht op een uitkering ter hoogte van het minimumloon. De premie komt neer op 5,4% van de winst, maximaal zo’n €171 per maand. Belangrijk verschil met eerdere plannen is dat de wachttijd voor uitkering is verlengd naar twee jaar, zodat de regeling betaalbaarder en uitvoerbaarder wordt. Wie al een passende private verzekering heeft, of in loondienst via de WIA verzekerd is, kan onder voorwaarden vrijstelling krijgen.

De aanpassingen volgen na stevige kritiek van uitvoeringsorganisaties en duizenden reacties in de internetconsultatie. Met lagere premies, een langere wachttijd en een jaarlijks overstapmoment naar private verzekeraars, lijkt het voorstel nu beter uitvoerbaar. Actuarissen signaleren nog ruimte om de premie iets verder te verlagen, maar benadrukken dat het kabinet en uitvoerders constructief in gesprek zijn. Reacties zijn voorzichtig positief, al blijft er discussie over betaalbaarheid en de praktische uitvoering.

Bron: Rijksoverheid

Flexmarkt stabiliseert dankzij controle schijnzelfstandigheid

Na twee jaar van dalende uitzenduren lijkt de krimp in de flexbranche tot stilstand te zijn gekomen. Een belangrijke oorzaak is de hervatte handhaving op schijnzelfstandigheid: veel werk dat voorheen door zzp’ers werd gedaan, kan nu niet langer op die manier worden uitgevoerd. Dat zorgt voor een verschuiving richting uitzenders en detacheerders, die momenteel de meest flexibele arbeidsvormen bieden. Steeds meer zzp’ers krijgen een vast contract aangeboden of worden ingehuurd via een bureau. Uit cijfers van het CBS blijkt dat in het tweede kwartaal van 2025 ruim een derde meer zzp’ers stopten als zelfstandige; meer dan de helft daarvan stapte over naar loondienst of flexibel dienstverband.

Tegelijkertijd staat het verdienmodel van de flexbranche onder druk. Nieuwe wetgeving, zoals de Wet meer zekerheid flexwerkers die in 2026 ingaat, moet uitzendwerk beperken tot ‘ziek en piek’ en geeft uitzendkrachten dezelfde arbeidsvoorwaarden als vaste werknemers. Dit maakt uitzenden duurder en minder flexibel. ING Research benadrukt daarom dat flexbedrijven zich strategisch moeten herpositioneren: de focus moet verschuiven van puur bemiddelen naar bredere HR-dienstverlening, met nadruk op advies, opleiding en duurzame inzetbaarheid. Alleen zo kan de sector toekomstbestendig blijven in een krapper en veranderend arbeidslandschap.

Bron: De Ondernemer

De standpunten van SP, SGP, PvdD en DENK over zzp’ers

• SP wil de bestaanszekerheid van zzp’ers versterken. Zelfstandigen moeten toegang krijgen tot pensioen en een collectieve arbeidsongeschiktheidsverzekering, zodat niemand in armoede hoeft te belanden. Ook moet het AOW-gat worden gedicht. De partij benadrukt het belang van kleine ondernemers voor innovatie en leefbaarheid en wil structurele steunmaatregelen, zoals ondernemershelpdesks. Tegelijkertijd stelt de SP dat vast werk de norm moet zijn: flexwerk en schijnzelfstandigheid worden aan banden gelegd.
• SGP pleit voor meer duidelijkheid en wettelijke erkenning van het zzp-schap via een zelfstandigenwet met heldere criteria. Dit moet zowel zelfstandigen als opdrachtgevers vooraf zekerheid bieden. Schijnzelfstandigheid wil de partij bestrijden met sectorspecifiek toezicht, terwijl echte ondernemers ruimte krijgen. Zzp’ers worden aangemoedigd om zelf voorzieningen te treffen voor pensioen en arbeidsongeschiktheid. Een verplichte AOV moet ruimte laten voor opt-outs, uitzonderingen voor agrariërs en vrijstellingen voor mensen met gewetensbezwaren. Zelfstandigen blijven volgens de SGP onmisbaar bij piek-, ziek- en uniek-situaties.

• PvdD wil de arbeidsmarkt ordenen door contractvormen te beperken tot vast, tijdelijk, uitzend en zelfstandig. Voor regulier werk moeten vaste banen de norm zijn, terwijl zelfstandigencontracten voor zzp’ers een volwaardige plek behouden. Daarnaast vraagt de partij specifieke aandacht voor kwetsbare zelfstandigen in de culturele sector.
• DENK heeft in het verkiezingsprogramma geen concrete voorstellen voor zzp’ers. De partij legt de nadruk vooral op inclusie en gelijke rechten in bredere zin.

Bronnen: SP, SGP en PvdD

Zzp’ers nauwelijks in beeld bij debat over kabinetsplannen

Afgelopen twee dagen vonden de Algemene Politieke Beschouwingen (APB) plaats, traditiegetrouw hét moment waarop fractievoorzitters met de minister-president debatteren over de kabinetsplannen voor het komende jaar. Dit jaar stonden de beschouwingen vooral in het teken van de verkiezingen van 29 oktober. Voor zelfstandigen bood het debat weinig houvast: de begrippen zzp, zelfstandigen en VBAR kwamen slechts zijdelings aan bod.

Het was vooral VVD-fractievoorzitter Dilan Yeşilgöz die de positie van zzp’ers nadrukkelijk onder de aandacht bracht. Zij pleitte voor snelle duidelijkheid over de twee voorliggende wetsvoorstellen – de VBAR van het kabinet en de Zelfstandigenwet vanuit de Kamer – en drong aan op overleg met zelfstandigen zelf. Minister-president Schoof zegde toe dat er een brief van de nieuwe SZW-minister Paul komt, waarin wordt uitgelegd hoe het kabinet met beide voorstellen verdergaat. Toch blijft het beeld dat er, afgezien van dit korte moment, nauwelijks aandacht is besteed aan de positie van zelfstandigen tijdens de APB.

Bronnen: Tweede Kamer

Lees hier al het nieuws van ikwordzzper.nl