Heb je je wel eens gerealiseerd hoe essentieel die woorden zijn die jij gebruikt? Met jouw ideeën kun je mensen inspireren. Of totaal in de war brengen als je onduidelijk bent in wat je bedoelt. Hebben we het straks over. Je kunt mensen troosten. Dé oplossing bieden voor het probleem waar zij al maanden mee worstelen.
Misschien dat door jouw woorden een huwelijk gered wordt, omdat iemand ineens zag dat het ego aan de kant moet (ik heb gelijk!) en dat het hoogtijd is voor een gesprek. En dat er toen gesproken werd, op de bank, tot diep in de nacht. En dat er daarna twee dagen later voorzichtig weer gelachen werd en hartstochtelijk gevreeën.
Je ideeën in een blog (of andere online tekst) overbrengen zodat het lekker leest en raakt vinden veel mensen pittig.
Het komt zo vaak zo houterig over. Onpersoonlijk. Dat je niet echt schrijft wat je bedoelt. Dat voelt frustrerend, want je weet dat je in het echt wel heel leuk en betrokken bent.
Daarom voor iedereen die mensen bewuster, liever, sterker wil maken, hier twee tips die jouw blog meteen een stuk meer inspirerend maakt.
Tip 1: Wees concreet
Weet jij wat hieronder precies bedoeld wordt? En prikkelt het je verbeelding?
‘Veel mensen in het onderwijs voelen zich onbegrepen. Management en leidinggeven zijn te druk met andere dingen. Dit zorgt voor scheve gezichten en mensen trekken hun eigen plan. Het wordt tijd dat we daar een slag in slaan. Het is vijf voor 12!’
Ik weet niet hoe het met jou zit, maar ik vind vijf voor 12 in dit geval een prachtig tijdstip om heerlijk te gaan pitten. Mijn kussen ruikt altijd zo lekker, heb jij dat ook? Mmm.
‘Voelen zich onbegrepen’ Hoe ziet dat er exact uit? ‘Veel mensen’ wie zijn dat? ‘Een slag slaan?’ ‘trekken hun eigen plan?’
Algemene termen, uitdrukkingen werken in tekst niet. Je ziet het niet voor je, je lezer ziet het niet voor zich. Je kunt veel beter het plaatje schetsen. Paint the picture.
Dit is beter:
‘Ik sprak een jonge lerares, die net uit een vergadering kwam. Ze schudde langzaam haar hoofd en vloekte zacht. In de vergadering had ze het management toe gesproken. En dat terwijl ze nog maar een half jaartje in dienst was. Ze vertelde me dat ze een A4-tje had voorbereid. Ze had gezegd wat ze wilde zeggen. Na haar speech was het stil. Ijzig stil. Sommige collega’s knikten, iemand begon een weifelend applaus. Toen had haar manager, een vrouw die een beetje aan Juf Ank doet denken, gezegd: ‘we komen hier later op terug, maar dit is duidelijk een persoonlijk issue van jou.’
Verbijsterd had de jonge lerares haar spullen gepakt en was weggelopen uit de vergadering. Dit is de derde lerares die ik met tranen in haar ogen aantref de afgelopen maand. Dit moet stoppen.’
Zo maak je de situatie urgent en doordat jij het voor je ziet is de kans veel groter dat je je er mee kan identificeren als lezer.
Tip 2: Kies voor wie je schrijft
Als jij doelgroep wil inspireren dan moet je kiezen voor wie je schrijft. Het is niet de eerste keer dat je dit leest. Je weet dat het moet en stelt het uit. Je wilt je kansen groot houden. Het is een vreselijke opdracht: ‘ Maar ik wil voor én directeuren, maar ook voor enthousiaste groentemannen werken, die vind ik beiden leuk!’
Helaas werkt het niet zo. Als je voor iedereen schrijft, schrijf je voor niemand. Omdat het dan niemand écht raakt. De 50-plusser herkent zich een béétje. De 20-er met gokproblemen ook een béétje. Maar allebei onvoldoende om te zorgen dat ze fan van je worden!
Kies een persoon. Eén persoon. Hoe oud is hij of zij? Wat is haar vak? Waar woont ze? Houdt ze van Jan Smit of Megadeth? Woont ze in de Pijp en gaat ze elk weekend stappen of woont ze in Stevensweert en gaat ze elk weekend met een clubje mensen dammen? (en waarom ben ik daar nog nooit voor uitgenodigd?)
Als jij niet kiest, snapt niemand het meer en haken mensen af, in plaats van dat ze aanhaken.
En dat is juist wat je wilt. Aanhaken bij jou, niet om jou maar omdat jij een verhaal hebt dat vertelt moet worden, gehoord moet worden.
