• Laatste update:
  • Plaatsingsdatum:

De grijze zone rond schijnzelfstandigheid

Schijnzelfstandigheid. Als zzp’er heb je deze term het afgelopen jaar veelvuldig voorbij horen komen. En het is nog altijd een actueel onderwerp. De overheid heeft de afgelopen jaren geprobeerd schijnzelfstandigheid tegen te gaan, onder andere door invoering van de Wet DBA. Deze wet kreeg een storm van kritiek over zich heen: praktisch niet uitvoerbaar, lastig om te handhaven et cetera.

In plaats van meer duidelijkheid voor zowel opdrachtgever als zelfstandige, leverde de wet veel onrust op in de markt. De handhaving van de Wet DBA is daarom opgeschort tot uiterlijk 1 januari 2020. Het kabinet streeft ernaar op die datum met nieuwe wet- en regelgeving te komen, ter vervanging van de Wet DBA. Ondertussen is het probleem rond schijnzelfstandigheid niet weggenomen. In hoeverre heb jij daar als zzp’er mee te maken?

Wat is schijnzelfstandigheid en waar liggen de controlemogelijkheden?

Allereerst is het goed om duidelijk te krijgen wat schijnzelfstandigheid precies is? Waar liggen de controlemogelijkheden en wat kun je doen om schijnzelfstandigheid te voorkomen? Er zijn twee soorten schijnzelfstandigheid en drie manieren van controleren.

  1. Allereerst kan de Belastingdienst de opdrachtnemer (IB-ondernemer) controleren. De Belastingdienst kan jou als ondernemer of als resultaatgenieter kwalificeren. Dit doen zij aan de hand van de ondernemerscheck. Wanneer de Belastingdienst jou kwalificeert als ondernemer voldoe je aan alle eisen die zij stellen voor ondernemerschap. Eén van deze eisen is of jij als ondernemer niet financieel/economisch afhankelijk bent. Hiermee wordt bedoeld dat jij als zelfstandig professional meerdere opdrachtgevers hebt en dus niet afhankelijk bent van één of enkele opdrachtgever(s). Wanneer de Belastingdienst jou kwalificeert als resultaatgenieter omdat je niet voldoet aan de ondernemerstoets, kan dat vervelende gevolgen hebben. Helemaal wanneer jij gebruik hebt gemaakt van fiscale voordelen, zoals de ondernemersaftrek.

  2. De tweede mogelijkheid op schijnzelfstandigheid kan zich afspelen bij de opdrachtgever. Het draait dan om de vraag of de feitelijke werksituatie als een arbeidsovereenkomst kwalificeert. Er is sprake van een arbeidsovereenkomst wanneer de elementen gezag, persoonlijke arbeid en loon allen voorkomen in je werksituatie. Heeft de opdrachtgever zeggenschap over hoe en wanneer jij je opdracht uitvoert, dan is er sprake van gezag. We spreken van persoonlijke arbeid wanneer jij degene bent die de opdracht moet uitvoeren. Wanneer jij vrij vervangbaar bent dan is er geen sprake van persoonlijke arbeid. En met loon wordt bedoeld de vergoeding die jij ontvangt voor het uitvoeren van de opdracht. Wanneer al deze elementen voorkomen spreekt het Burgerlijk Wetboek van een arbeidsovereenkomst. Controle op de feitelijke werksituatie gebeurt altijd bij de opdrachtgever.

  3. De derde controle mogelijkheid is bij de intermediair. In de huidige tijd worden veel opdrachten ingevuld met tussenkomst van een intermediair. Volgens de wet ontstaat van rechtswege een fictief dienstverband met de intermediair als deze de zzp’er door middel van tussenkomst tewerk stelt. De werksituatie verandert dan van rechtswege in een uitzending. De zzp’er is dan uitzendkracht en de intermediair is dan als uitzendbureau diens werkgever. De enige manier om dit te voorkomen is dat de intermediair een dossier aanlegt waarmee kan worden bewezen dat het een echte zelfstandig ondernemer betreft. Onderdeel van een dergelijk dossier is vaak een ingevulde en ondertekende ondernemerstoets, maar er wordt veel meer informatie over de zzp’er vastgelegd.

Sinds de invoering van de Wet DBA zijn er verschillende ideeën geweest om deze problematiek op te lossen. Eén daarvan is de model- of voorbeeldovereenkomst. Op het moment dat jij werkt volgens de letter van zo’n (goedgekeurde) overeenkomst, ziet de Belastingdienst dit als een opdracht. Wijkt de feitelijke werksituatie af van hetgeen beschreven in de modelovereenkomst, kan het zijn dat deze overeenkomst nietig wordt verklaard. Dus wanneer je werkt met een modelovereenkomst, zorg er dan voor dat de feitelijke werksituatie niet afwijkt van hetgeen beschreven in de modelovereenkomst.

Ondernemerscheck

Oplossing voor schijnzelfstandigheid is altijd een vorm van loondienstverband. Voorbeelden daarvan zijn een loondienstverband bij de intermediair, zoals dat het geval is bij payroll en uitzenden. Of je kunt ervoor kiezen te werken vanuit de DUBV van Uniforce. Twijfel je of jij volgens de Belastingdienst kwalificeert als ondernemer, doe dan de ondernemerscheck op de site van de Belastingdienst. Hier wordt aan de hand van een aantal vragen beoordeeld of jij voldoet aan alle eisen. Mocht je hier niet helemaal aan voldoen, dan kun je altijd kijken naar andere oplossingen zoals hierboven beschreven.

 

Heb je vragen of wil je advies? Laat dan een bericht achter!

Blogs

ZZP Agenda

Terug naar overzicht
Marco Bruijsten

Marco Bruijsten

Marco Bruijsten is consultant bij Uniforce. Hij heeft jarenlange werkervaring opgedaan in de bemiddeling van (financieel) zelfstandig professionals. Daardoor heeft hij een goed beeld gekregen van zaken die zowel voor de zelfstandig ondernemer als opdrachtgever belangrijk zijn. Binnen Uniforce adviseert hij zelfstandigen over de verschillende flexibele werkvormen, waaronder ook het Uniforce-concept. www.uniforce.nl.